SV | Toen toog Jozua voort, en gans Israel met hem, van Libna naar Lachis; en hij belegerde haar en krijgde tegen haar. |
WLC | וַיַּעֲבֹ֣ר יְ֠הֹושֻׁעַ וְכָל־יִשְׂרָאֵ֥ל עִמֹּ֛ו מִלִּבְנָ֖ה לָכִ֑ישָׁה וַיִּ֣חַן עָלֶ֔יהָ וַיִּלָּ֖חֶם בָּֽהּ׃ |
Trans. | wayya‘ăḇōr yəhwōšu‘a wəḵāl-yiśərā’ēl ‘immwō milliḇənâ lāḵîšâ wayyiḥan ‘āleyhā wayyillāḥem bāh: |
Toen toog Jozua voort, en gans Israël met hem, van Libna naar Lachis; en hij belegerde haar en krijgde tegen haar.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen toog Jozua voort, en gans Israel met hem, van Libna naar Lachis; en hij belegerde haar en krijgde tegen haar.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!